Breindidactiek

Welke elementen zijn van belang voor Cogilearning?


Het maakbare brein, uitgelegd a.d.h.v. een metafoor van de weggetjes:


  • Je staat voor een veld met hoge grashalmen.
  • Je wandelt er door en ziet achter je een spoortje (kan vervagen door de wind).
  • Loop je veel op datzelfde weggetje (gras platgetrapt) en wordt dit een snelweg.
  • Wanneer je zelf een nieuw weggetje maakt → metafoor voor alles wat nieuw is in het brein.
  • Autosnelweg staat voor de neurale verbindingen binnen het brein.


Leren = vormen van nieuwe paden en wegen (uitgebreid routenet) → metafoor

Leren = vormen van nieuwe, sterke en uitgebreide neurale netwerken


Ervaring vormt ons brein:


  • Onderzoek naar hersenen van taxichauffeurs in Londen:
    • Chauffeurs moeten moeilijk examen doen (alle straten, attracties, routes en alternatieve routes kennen).
    • Wat bleek: hippocampus (verantwoordelijk voor ruimtelijk navigeren) was beter ontwikkeld en groter.
    • Conclusie: brein verandert door ervaring.


    Gerjanne Dirksen

    Oprichter van het BreinCentraal Leren Instituut (BCL Instituut), de organisatie die breinkennis en de praktijk van opleiden en begeleiden aan elkaar verbindt. Ze is de grondlegger van de zes breinprincipes en de ASOOO benadering.

      • Onderzoek bij vioolspelers:
        • Chauffeurs moeten moeilijk examen doen (alle straten, attracties, routes en alternatieve routes kennen).


      • Onderzoek bij schaakspelers:
        • Ze herkennen stellingen alsof het gezichten zijn: gebied in het brein voor gezichtsherkenning is actief → in één oogopslag zichtbaar welke stelling het is.


      Spiegelneuronen:

      • Premotorische neuronen, die beweging voorbereiden en die vuren voordat daadwerkelijke beweging wordt ingezet.
      • Monkey see is what monkey do: dezelfde neuronen vuren, alsof de aap zelf de handeling voorbereidt, terwijl hij alleen maar kijkt naar de handeling. (https://www.youtube.com/watch?v=YAHgBAjcBbg)














      • Wordt gebruikt in de revalidatie: inbeelden dat ze spieren gebruiken (zo activeer je reeds deze hersengebieden betrokken bij deze spieren, zonder ze zelf al te gebruiken).
      • Volgende website geeft meer informatie over dit laatste puntje 

        http://www.sportsimagery.nl/

        • Imagery = Visualiseren van herstel (hersenen helpen om uw herstel te bevorderen).
        • Auditief script zorgt ervoor dat je je focust op bijvoorbeeld: meniscus die geneest, spieren worden beter.

        • Performance imagery = Je gaat je inbeelden dat je terug in topvorm bent en zeer goed presteert. Terugdenken aan topprestatie!
        • Moet dagelijks gebeuren om een effect te hebben (5 a 10 min. /dag).

        • Connecties in de hersenen trainen (visualiseren).


      6 breinprincipes:

      • Zorgen er op hun eigen wijze voor dat neurale verbindingen in brein worden aangelegd.
      • Dit werkt als een geïntegreerd systeem: meerdere principes tegelijkertijd werkzaam.


           FOCUS


      • Aandacht richten van je leerlingen.
      • VS tegenwoordig verarming van de aandacht door sociale media en games) cfr Goleman
      • Maak het doel, resultaat en nut helder en voorspelbaar.
      • Leren en onthouden start bij aandacht.
      • Bewuste aandacht vergt veel inspanning en doet beroep op werkgeheugen en prefrontale cortex (PFC).
      • Let op: bij dreiging/druk/stress → amygdala neemt het over van PFC → aanmaak van hormonen cortisol en adrenaline → brein staat emotioneel niet open voor leren.
      • Aandacht “testen” a.d.h.v. Strooptest.
      • Hoe kunnen we zorgen voor positief klimaat voor de aandacht?
        • Genoeg glucose in de vorm van trage suikers.
        • Tijdelijk afsluiten van overdadige prikkels.
        • Mindfulness trainen, adempauze en rust.
        • Afleidingen in/rondom leerplek storen bij het leren.
        • 1 minuut-oefening: aantal onderwerpen op het bord, 1 minuut over vertellen tegen vriend(in).
        • Laat leerlingen begrijpen wat nut is van onderwijs.
        • Laat leerlingen visualiseren: stel je eens voor dat …
        • Maak het realistisch: contexteffect = context waarin je leert, wordt “mee geleerd” met inhoud.


           HERHAAL